90.000 Bezoekers in onze achtertuin

Het is al enkele weken hartstikke druk in onze ‘achtertuin’, het stuk grond dat zo ongeveer aan ons kinderdagverblijf grenst. Daar komen dit weekend zo’n 100.000 festivalgangers op af. Een deel van hen loopt vanaf de parkeerplaats direct achter ons terrein door.

Voor Harmony of Hardcore en 7th Sunday.

Hartstikke interessant natuurlijk, want er gebeurt zo ontzettend veel de afgelopen weken. Het is een komen en gaan van werklui, er verrijst een gigantisch hoofdpodium en de ene na de immens grote tent wordt opgetrokken.

‘Gaan papa en mama ook naar 7th Sunday?’

‘Nee, die gaan naar een festival.’

‘Oké, wat gaan ze daar dan doen?’

‘Ik denk een kopje koffie drinken …’

Dat denken wij ook -)

De brug in onze tuin is deze weken extra populair: het uitzicht op het terrein is daar nog beter. Een van de kinderen zag dat er een oplegger strak langs een schutting af werd geparkeerd.

We zullen hem aan de organisatie tippen, voor over een aantal jaren.

Want even later klimt hij van de brug af, pakt de speelgoedvrachtwagen en parkeert die met minutieuze precisie langs de zandbak. Chauffeurtje hoor!

De mensen die op het terrein aan het werk zijn, vinden dat wel leuk, al die aandacht van de kinderen. Wij hebben intussen wel één probleem. ‘Want’, zei een van de chauffeurs tegen de kinderen, ‘ik zet mijn vrachtwagen hier neer. Pas jij er dan het hele weekend op?’

Hij knikte zo gretig ja dat we bang zijn dat de ouders hier dit weekend zullen moeten kamperen. (Ehm … maaien jullie dan ook meteen een keer het gras, geven jullie de dieren te eten en … ach, snoeien jullie de heg -)

Eén van de ouders zal nog even een teleurgesteld kind hebben:

Het ziet er allemaal zo mooi uit. Al die tenten, al die kleuren, alle drukte … Het is een grote kermis, een attractiepark. ‘Gelukkig ben ik bijna 4’, zei een van de kinderen, ‘dan mag ik er ook naar toe …’

Pyjamapraatjes

Kinderen horen alles, zien alles, voelen alles. Prima. Dat weten we. Dus houden we daar rekening mee. Dat doen wij als pedagogisch medewerkers, dat doen jullie als ouders waarschijnlijk ook.

Wat wel lastig is … is dat ze ook écht alles vertellen!

Dat levert soms grappige taferelen op.

Zo hadden we laatst de pyjamaweek. Alle kinderen mochten in hun pyjama naar de kinderopvang. Natuurlijk hadden ook wij onze pyjama aangetrokken. Onze allermooiste natuurlijk, want wij weten: kinderen vertellen alles. Dus ook welke pyjama wij dragen.

We zien de taferelen thuis voor ons: dat er wordt verteld over dat Eveline bloemetjes op haar pyjama heeft, Chantal gekleurde streepjes en dat Hilde een heel zachte pyjama heeft.

Daar ging ook het gesprek over met een van de ouders.

‘Nee, de pyjama die ik thuis draag, heb ik vandaag maar niet aangetrokken. Daar wordt over gepraat’, glimlachte een van onze collega’s.

De ouder lachte.

‘Haha … inderdaad. En dan draag jij dus nog een pyjama. Wij slapen meestal in ons ondergoed.’

En we zeggen het zo vaak tegen elkaar: ben open naar de kinderen, maar ook weer niet te open. Want alles wordt ‘verklapt’. Daar werden we nu weer in bevestigd.

Want net als de ouder de opmerking over het ondergoed heeft gemaakt, bemoeit ook een van de kinderen zich er mee:

‘Mijn papa en mama hebben geen kleren aan in bed …’

Hoe twee kinderen het leven van een slang redden!

We zijn een groen kinderdagverblijf. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat kinderen hier liefde voor de natuur mee krijgen. Voor bloemen en planten, maar ook voor dieren. Vandaar al onze knuffel-, aai- en kijkdieren.

Dat die liefde soms heel ver gaat, bleek deze week …

‘We hebben een slang gevonden!’

‘We hebben een slang gevonden!’

Twee kinderen komen aangerend bij de leidster. Die moet subiet mee komen. Naar de slang, die natuurlijk een regenworm blijkt te zijn. Gelukkig maar. Want een schaap vinden we zelf eigenlijk al wel exotisch genoeg hier 😉

De slang moet naar de moestuin, vinden ze. Daar ligt lekker eten op hem te wachten (of op haar, dat konden we zo snel niet goed zien ;-)

Maar oppakken …? Tja, dat durven ze niet zo goed.

Denken in oplossingen. De kinderen hier doen dat. Dus gaat een van de twee naar de zandbak om met een lepel terug te komen!

Heel voorzichtig wordt de slang op de lepel gelepeld.

Maar oh jee … onderweg naar de moestuin komen we door de zandbak. En geloof het of niet: de slang valt juist daar van de lepel af. Gelukkig kunnen slangen tegen een stootje. Hij beweegt nog. Het enige probleem: hij is smerig, want behangen met zand.

En dan is er maar één iemand die kan helpen …

Inderdaad: de slangendokter!

(Serieus: zo noemden de kinderen, die nu volledig in het avontuur opgingen, de leidster nu 😉

Op doktersadvies doen de kinderen vervolgens een beetje water op de slang. En ja hoor: na een paar tellen glimt hij weer als nieuw. Nog even wachten … Gelukkig: hij beweegt nog!

De slang wordt weer op de lepel gelegd. En hoe leuk: deze keer met de hand. Het beestje is al niet zo eng meer als zojuist! En nog trotser dan zo even lopen ze nu naar de moestuin.

Smakelijk eten, slang!

De Helpende Handjes Film – we gaan voor een Oscar!

We gaan voor een Oscar!

Wat was dit leuk, zeg!

Ouders weten natuurlijk wel hoe het er hier aan toe gaat bij De Helpende Handjes. We hebben een fijn contact met hen. Nemen vaak alle tijd voor hen. Dat doen we ’s morgens, dat doen we ’s avonds. We hebben ouderavonden en tien-minuten-gesprekjes. En dan houden we online ook nog een ‘boekje’ bij waarin we schrijven over de ontwikkelingen en belevenissen van hun kinderen.

En toch …

… hoe het er hier écht aan toe gaat, dat weten ze natuurlijk niet. Ze zijn er niet de hele dag bij. Hoe graag ze dat af en toe ook zouden willen ;-) Gewoon om te zien hoe ‘die van hun’ het er doet.

En dus bedachten wij: De Helpende Handjes Film!

We hebben een week lang zo veel mogelijk grappige, hilarische, ontroerende en typische momentjes vastgelegd. Van alle kinderen. Daar hebben we een compilatie van een klein uur van gemaakt. Die hebben we deze week ‘afgedraaid’. Op twee avonden, waar alle ouders bij aanwezig konden zijn. In onze eigen ‘bioscoop’ ;-)

En echt: het was té leuk!

Kinderen die elkaar spontaan een knuffel geven. ‘Aaaaaah’

Kinderen die samen in een grote doos klimmen, die toevallig op dat moment om kiepert. ‘Hahahaha …’

Kinderen die in hun kraam ijs staan te verkopen, met een hele rij klanten die met hun wandelwagen passeren: ‘Die?’, terwijl de verkoopster op een van de stenen wijst. ‘Of die?’ ‘Of die?’ ‘Nee, die!’ En de volgende!

(Geloof je nu hoe heerlijk het is om pedagogisch medewerkster te zijn! De fantasie van kinderen is zo rijk en zo puur!)

Kinderen die samen de dieren voeren.

Kinderen die samen buiten spelen.

Sommige ouders misten de hapjes en drankjes, zeiden ze. Maar goed, we zijn natuurlijk ook geen servicebioscoop ;-)

Maar wat is er gelachen. Wat hoorde je vaak aaah’s en oooh’s. En ouders merken natuurlijk aan hun eigen kinderen wel al hoe zij het hier ervaren. Maar nu hebben ze dat een keer met eigen ogen kunnen zien, alsof ze hier een dagje mee hebben gelopen.

En misschien wel de leukste opmerking van een van de ouders, die precies weergeeft hoe het er hier aan toe gaat, is toch wel deze”

‘Nu weet ik waarom ze toch altijd met van die vieze kleren thuis komt …’

Nee echt: een topfilm! We gaan voor een Oscar ;-)

Geloof niet altijd wat een band zingt!

Ken je het Goede Doel, een band uit de jaren tachtig en negentig? Een van hun bekendste nummers gaat over vriendschap. Zij zongen dit: ‘Eén keer trek je de conclusie, vriendschap is een illusie!’

We moesten spontaan aan deze tekst denken.

Het was vlak na de vakantie. Onze 4-jarige hoofdrolspeelster van dit verhaal zou een van de laatste keren bij ons komen.

Zij had haar vriendinnen van De Helpende Handjes drie weken niet gezien. Had zich verheugd op haar laatste weken hier. Wilde nog één keer alles uit de kast halen haar besties. Over de racebaan, op de beruchte brug, naar de schommelboom, in de zandbak, bij de dieren …

Nog één keer alles samen beleven.

Nog één keer het goeie leven leven, voordat het ‘echte leven’ op school zou beginnen.

Ware het niet …

… dat haar twee beste vriendinnen net iets eerder jarig waren dan zij en al meteen na de grote vakantie naar de basisschool mochten.

Die had zij even niet aan zien komen.

Tranen met tuiten.

Zij had zich zo verheugd op die laatste dagen bij De Helpende Handjes. Vier jaar lang met dezelfde meiden opgetrokken hier. Alles meegemaakt. Samen met volle luiers op de commode gelegen, samen ongekend veel geschaterd, samen geruzied ook wel een keer, maar hé, dat gebeurt in de beste relaties!

Samen het leven opgestart.

Prachtige tijd gehad. En nu zou zij die tijd in haar eentje af moeten sluiten. ‘Vriendschap is een illusie …’ We hoorden het haar bijna zingen, tussen haar tranen door!

Totdat papa wegreed, zij zich omdraaide, haar ogen droog wreef, op de andere kinderen afstapte en een heerlijke dag heeft gehad.

Dus vriendschap een illusie? Echt niet. Vriendschap … is iets fantastisch!

Je hebt soms van die ouders ;-)

Je zult ons nooit een overtogen woord horen zeggen over ouders.

Dat hoort niet, vinden wij. Iedere ouder voedt de eigen kinderen op een eigen manier op. Met eigen regels. Met eigen normen en waarden. Prima.

Maar nu kunnen we niet anders!

Want deze moeder!!!!

Echt, hier moesten we wat mee, vonden we.

Over wie we het hebben?

Over moeder eend natuurlijk! Heerlijk mens. Echt. Altijd gezellig. Altijd aan het kwebbelen. Altijd het hoogste woord. Maar sinds ze kinderen heeft … zo over the top beschermend.

En serieus: wij weten ook wel dat het lastig is om los te laten. Maar je kunt ook overdrijven!

Ze heeft sinds kort dus kinderen. Té schattige kinderen.

Dus wat willen wij: een foto maken. Heel begrijpelijk, toch?

Maar denk je dat we dat mogen?

Nee dus. Elke keer als we maar door de knieën gaan om een foto te willen maken, roept ze in alle haast haar kinderen bijeen en brengt ze hen naar binnen. Echt: elke keer!

We hebben veel foto’s gemaakt. Maar allemaal zijn ze wazig. Omdat we heel vlug moesten doen. Of het werden foto’s van moeder eend in de deur van haar woning, met haar kinderen die al binnen zijn. Zoals deze:


Niet bepaald een plaatje dat je gaat delen!!!

Maar gelukkig: de aanhouder wint.

Via een schijnbeweging, in een zeldzaam moment van onoplettendheid van moeder eend, konden we het kroost vastleggen.

Loslaten … Het is soms lastig. Voor iedereen. Ook voor moeder eend. Maar het levert wel iets moois op: deze foto. En zeg nou zelf: zijn het geen dotjes van kinderen!

Moest hij deze vraag van de leidster nu echt serieus nemen …?

Klopt, je hebt gelijk: wij zijn pedagogisch medewerksters op een groen kinderdagverblijf.

En echt: we houden zelf de moestuin bij, zullen een rode paprika dan ook nooit uitschelden voor een rode peper, we voeren, verzorgen en aaien de dieren en we zijn buiten als het ook maar even kan.

Alles en altijd samen met de kinderen.

Maar …

… dat wil niet zeggen dat wij alles, echt alles weten van het buitenleven. Dan hadden we wel een agrarische opleiding gedaan in plaats van een pedagogische.

En dat leidt nog wel eens tot wat onbegrip!

Zo stond een groepje kinderen zich vorige week te vergapen aan de tractor die het gemaaide gras op het weiland achter ons kinderdagverblijf op kwam halen. En hoe leuk: we kregen er tekst en uitleg bij van een van de kinderen.

De jongen wist precies te vertellen wat er op het land gebeurde. Het gras was eerder al gemaaid, vertelde hij. Daarna moest het drogen, werd het door de schudder – die achter een tractor hangt – opgeschud, kon het verder drogen, werd het geduind (op hoopjes gelegd, red.) en nu dus opgehaald.

Echt: een boer of leraar in de dop.

Hij vertelde vol passie voor het buitenleven.

Eén ding moet hij alleen nog leren: dat ‘leerlingen’ niet altijd al alle wijsheid van de leraar in pacht hebben.

Want hij wist ons ook nog te vertellen dat het gras later door de koeien opgegeten zou worden.

Of koeien nog meer eten dan alleen gras, wilden wij weten.

De jongen slaakte een diepe zucht over zo veel onwetendheid bij de leidsters. En heel even keek hij ons aan. Of hij deze vraag wel serieus moest beantwoorden. Hij besloot het toch maar te doen:

‘Koeien eten natuurlijk ook gewoon voer!’

Oh ja … natuurlijk 😉

En ineens is daar een heel ander ei …

Alle kippen leggen een ei.

Ja, dat weten de kinderen hier wel. Tussen de middag eten we hier elke dag een gekookt eitje op de boterhammen. Vaak zelfs een eitje dat de kinderen die ochtend zelf geraapt hebben.

Dat ook eenden een ei leggen, is intussen ook gesneden koek voor de kinderen.

En ja, dat ei ziet er iets anders uit dan dat van een kip. De kippen leggen bruine eieren, die van de eenden zijn lichtgroen en iets groter.

De kinderen groeien hier met de natuur op. Lekker buiten. Zo veel mogelijk.

Je maakte ze over eieren dan ook niks meer wijs.

En dus wisten ze ook – want dat hadden we hen verteld – dat de gans geen ei legt. Want de gans was een mannetje. En alleen de vrouwtjes leggen eieren. Dus nee, een haan niet. Kunnen wij als leidsters ook niks aan veranderen, als we dat al zouden willen. Zo zit de natuur gewoon in elkaar.

Totdat …

… we deze week ineens een heel ander ei vonden: nog groter dan dat van de eend en veel groter dan dat van de kip.

De volgende dag: weer een.

De dag erop: opnieuw.

En hoewel we intussen toch aardig thuis zijn in het reilen en zeilen in de dierenwereld, moesten we deze even doorpassen naar de echte kenner. Die kwam direct met het antwoord: dit ei … was van een gans!

Wat blijkt:

papa gans is helemaal geen papa gans, maar is een mama gans.

En mama vogels, zo weten de kinderen, leggen eieren.

En eieren kun je eten.

Dus de grote vraag die zich toen aandiende: welk ei is nu het lekkerst? Dat van de kip, de eend of de gans?

We hebben een test gedaan: elk kind mocht proeven. En zelfs de leidster die in het begin nog riep: ‘Ik ga echt geen ei van een gans eten!’, moest na de proeverij erkennen: hoe verschillend ze ook zijn in uiterlijk, elk ei smaakte hetzelfde.

Mooie symboliek ook:

Dat uiterlijk dus helemaal niks wil zeggen over hoe je bent. Dat is bij mensen niet anders als bij eieren. Groot of klein doet er niet toe. En ook kleur niet. Maar ook dat … weten kinderen vaak al beter dan veel volwassenen!

Baby in de buik! Of toch niet …?

Het is misschien wel een primeur. Wereldwijd! Het enige kinderdagverblijf, het enige kinderdagverblijf ooit (!) zelfs, dat een kind zo uniek als dit op de groep heeft!

Als het toch eens écht waar is …

Weet je, alle kinderen die hier komen zijn heel bijzonder, vinden wij. We hebben ze allemaal evenveel lief. We zien ze allemaal even graag. Maar deze ene … Tja, die is dan zeg maar extreem bijzonder.

Vertel!

Nou, met twee leidsters die zwanger zijn, is het logisch dat het op de groep nogal eens over baby’s gaat. Sterker nog: ‘baby in de buik’ is het thema op de groepen, nu allebei vlak voor hun verlof zitten.

Heerlijke momenten levert dat op, met het groepje kinderen in een kleine kring op de grond, rondom de leidsters.

Dan wordt er naar de bolle buik gekeken. Soms gestaard. Dan wordt er gevoeld. Geaaid. Dan komen er vragen. En dan wordt er over gepraat, over dat alle kindjes uit de buik komen bijvoorbeeld.

Maar dat laatste … blijkt dus helemaal niet waar te zijn!

Want één van onze driejarigen komt niet uit de buik, tenminste niet rechtstreeks, maar komt uit een ei!

En echt: we hebben het geprobeerd, heel tactisch, om zijn verhaal onderuit te halen. Dat toch écht alle kinderen die ooit zijn geboren, uit de buik van hun mama komen. Dat hij het anders nog maar eens na moet vragen aan zijn ouders. En dat alléén dieren – zoals vissen, insecten, reptielen en vogels – eieren leggen, waar dan de kleine dieren uit geboren worden.

Maar nee, hij wilde er niks van weten.

Hij zat in een ei als ongeboren baby. Dat leidde geen twijfel. Zijn moeder is op een gegeven moment naar het toilet gegaan, waar ze hem heeft uitgepoept. Waarna hij zelf het ei open heeft gebroken en tevoorschijn is gekropen!

‘Dus niks uit mama’s buik! Ik kom uit een ei!’

Hij was zo overtuigd dat wij intussen zelf zijn gaan twijfelen. Dat dus inderdaad alle miljoenen miljarden kinderen in de geschiedenis van de mensheid geboren zijn uit de schoot van hun moeder, op één kind na! En laat dat kind nu net bij ons op de groep zitten! Hoe bijzonder …

Onze zachte Sjaak ziet er nu tóch stoer uit

Weet jij waarom Sjaak die ring in zijn neus heeft?

Vertellen we je zo.

Al is de versie van de kinderen eigenlijk leuker. Maar ook daar komen we zo op terug.

Laten we Sjaak eerst maar eens even voorstellen.

Nou ja, Sjaak dus.

Onze kersvere stier. Wat een schatje, toch!? En zie je zijn kapsel? Helemaal van boven is het net een kalende kerel die zijn laatste restje haren naar voren heeft gekamd. Maar het laagje eronder krult hij weer als een schaap dat net zijn krullenset uit heeft gedaan.

Daar weer onder – het donkerbruine deel – lijken de wenkbrauwen van Ruud Lubbers. Of zijn wij nu oud aan het worden dat we die minister-president van vroeger nog kennen!?

Zo veel haren uit zijn oren dat een 93-jarige bejaarde er nog jaloers op zou zijn!

En die ogen! Je smelt er sneller van dan een sneeuwpop bij dertig graden!

Prachtig dier.

En dat niet alleen: het is echt echt écht een snoepie!

Maar nu dus: die ring.

Dat ziet er ten eerste stoer uit, toch? Dan ben je stier, maar superzacht en sweet! Dat wil je niet. Die ring geeft hem nog enigszins de looks die je van hem zou verwachten.

Toch hebben we hem vooral laten ringen om praktische redenen.

De stier komt natuurlijk niet dicht bij de kinderen. Aaien kunnen we hem. En stel nu dat – en dat verwachten we niet, zeker nu we zijn karakter kennen, maar stel dat – hij vervelend doet. Dan kunnen we hem bij de ring pakken en makkelijk weg leiden.

En daarom dus heeft Sjaak een ring in zijn neus.

Weet je dat ook weer.

Al is de uitleg van kinderen, zoals altijd, veel en veel leuker.

Want toen Maes de ring zag, vroeg hij zich af waarom Sjaak een tutje in heeft 🤣