Bij alles wat we doen in de moestuin, helpen de kinderen wel. En soms … ook de dieren.

Zoals vandaag.

Poeh, wat een onkruid, zagen we toen we de moestuin in stapten. Weken van zon, af en toe een buitje erover. Daar doen niet alleen de groenten het goed van!

Wij zuchtten. Kom op daar maar, even de schouders eronder.

Maar aan de andere kant van het hek staan er twee te trappelen van ongeduld  als ze zien wat wij gaan doen: Doorn en Roosje, onze twee gezellige ezels. Want wat voor ons onkruid is, is voor hen een lekkernij.

Wij plukken, zij smikkelen.

Ze jagen ons zelfs een beetje op: zij eten namelijk een stuk sneller dan dat wij kunnen plukken. Zodra ze klaar zijn met kauwen, beginnen ze weer te briesen en te snuiven. Meer. Meer.

Maar ga maar eens met kinderen de moestuin in: snel plukken gaat niet.

Want:

‘Wat doe jij nou?’

‘Waar is die slang voor?’

‘Waar is dat water voor?’

‘Kun je dit ook plukken?’

En de allermooiste vraag: ‘Waarom doe jij die blaadjes in de prullenbak?’

Met die prullenbak … bedoelen ze de composthoop -)

We leggen even uit wat het belang is van zo’n composthoop, waarna ze om beurten met heeeeeele kleine blaadjes aan komen dragen: ‘Deze moet ook in de prullenbak!’

Dus: kinderen weer wat geleerd, ezels blij en – geloof het of niet – de tuin was nog onkruid vrij ook … uiteindelijk -)